Graven de Baillet Latour

Er zijn maar weinig families die zo veel dienaars van de Staat – of ze nu Belgisch Oostenrijks of Frans zijn – hebben voortgebracht als de Baillet Latours.


Ten eerste, Maximiliaan-Antoine, de Oostenrijkse veldmaarschalk (1737-1806) die de buitengewone reputatie van de Dragons de Latour smeedde. Met zijn fameuze Draken, bijgenaamd ‘les blancs becs’ nam de Luxemburger deel aan de Oostenrijkse herovering van ons land en werd hij gouverneur van Vlaanderen. Vervolgens werd hij door Frans II benoemd tot voorzitter van de Raad van het Hof. 


Zijn zoon, graaf Théodore Baillet von Latour (1780-1848) die geopteerd had voor de Oostenrijkse nationaliteit, nam deel aan de belangrijkste veldslagen tegen het Franse rijk, klom op tot generaal en werd ten slotte tot Minister van Oorlog benoemd. 


De veldmaarschalk had een jongere broer, Louis Willibrord de Baillet Latour (1753-1836), die onder de leiding van zijn oudere broer een zeer mooie carrière uitbouwde en zijn Oostenrijkse carrière beëindigde als generaal-majoor. In 1810 besliste hij om zijn leven te veranderen en trad hij in dienst van Napoleon, die hem benoemde hem tot gouverneur van Elblag. Vervolgens kwam hij terug naar de Lage Landen om zijn leven te beëindigen. Hij was getrouwd met de erfgename van de Baillet de Merlemont, de oudste tak van de familie die rijk was geworden met het nobele beroep van de ijzersmeedkunst. Hun zoon Jean-Baptiste (757-1815) trouwde een van de dochters van Maret en het is van dit echtpaar dat de Belgische tak van de familie afstamt. Jean-Baptiste werd burgemeester van Antwerpen. Hij koos partij voor de Brabantse Revolutie en was zelfs voorzitter van het Congres.


Zijn zoon Jozef werd vice-voorzitter van de Belgische Senaat en nadien gevolmachtigd minister aan het Pruisische Hof, in 1836. De jongste zoon, Ferdinand, was gouverneur van West-Vlaanderen, lid van de Raad van State en kamerheer van Willem I, Koning der Nederlanden. Hij kreeg twee zonen, Henry en Louis. 


Henry de Baillet Latour (1876-1942), een van de grote Belgische persoonlijkheden van de twintigste eeuw, was stichtend voorzitter van het Belgisch Olympisch Comité en volgde Pierre de Coubertin op als voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité.
Zijn broer Louis was in 1900 getrouwd met de burggravin Antoinette de Spoelberch, dochter van Adolphe en Elise Willems. De enorme erfenis liet hun zoon Alfred (1901-1980), laatste mannelijke afstammeling van het geslacht Baillet Latour, toe om veel later de stichting te creëren die zijn naam draagt en waarvan de culturele impact volstrekt uniek is in ons land.